Avonturen van een biograaf II

Het grootste deel van de dag spendeerde ik in de Janskerk. Niet voor religieuze bezigheden maar voor archiefonderzoek; het Noord-Hollands Archief is er gevestigd. Ik staarde lange tijd naar verschillende onleesbare krabbeltjes in het Haarlemse bevolkingsregister. Het lukte me om het doorgestreepte "Grzxzhnnuald" te ontcijferen ("Groote Markt"), dat gaf me grote voldoening. De dienstdoende archivaris, Robbert, beantwoordde geduldig al mijn vragen, maar raadde me af om de kadasters in te duiken: "Dat is geen gevalletje adres intypen en holadiejee," sprak hij ernstig. Dus stortte ik me eerst maar eens op de oude Haarlemse adresboeken. Ik ontdekte dat Geertruida niet op één maar op drie verschillende adressen in Haarlem woonde, en liep toen in het zonnetje langs alle drie. Onderweg verbaasde ik me er samen met enkele toeristen over hoe mooi Haarlem eigenlijk is.

 

Op een van de adressen aan een pittoreske smalle gracht was nu een glas-in-loodbedrijfje gevestigd. Ik liep naar binnen en maakte een praatje met de eigenaar, die me wat over het pand vertelde en toen opgewekt doorverwees naar ene Frits "op de hoek, het derde huis, je herkent het aan de prullaria in de etalage, oude borden enzo. Frits had daar vroeger een drukkerij." De glas-in-loodman omschreef Frits als volgt: "Hij is tachtig maar lijkt veel jonger, een lange man met grijs haar [maakt een piekhaar-gebaar] die zijn hele leven al in deze straat woont en alles weet." "Ook van de negentiende eeuw?" vroeg ik vertwijfeld. "Oef, dat is wel heel lang geleden..." zei de glasman peinzend, met een blik alsof hij in een hele diepe, duistere put keek, "maar Frits weet echt heel veel."

 

Deze woorden maakten mij toch wel nieuwsgierig en ik besloot een kijkje te nemen bij Frits' huis. Het zag er  indrukwekkender uit dan ik dacht: een mooi onderhouden grachtenpand met een etalage die aandachtig was ingericht met stijlvolle fifties-objecten. Binnen stonden massieve oude drukmachines. Er was niemand te zien. En of Frits nou echt iets wist over deze straat rond 1870? Ik betwijfelde het, en liep verder.

 

Even later bleef ik midden op straat staan. Wat nou als Frits een geweldige man is? bedacht ik. Een eigenzinnige oude drukker vol verhalen die ik nooit meer zal vergeten? Ik heb de perfecte smoes om hem te kunnen spreken, en ik laat deze kans gewoon liggen? Ach nee, dit is belachelijk, ik ga toch geen tachtiger vragen naar de negentiende eeuw... Opnieuw begon ik te lopen, en opnieuw bleef ik staan. Nee, ik kon dit niet laten gaan. Een ontmoeting met deze Frits zou een prachtig verhaal kunnen opleveren.

 

Ik draaide me om, liep terug en belde aan. Een oude vrouw deed open. "Ja?" vroeg ze, een beetje verbaasd. "Eh, woont Frits hier?" Anticlimax: Frits was niet thuis, hij was uit fietsen. De hele middag, tot minstens 16:30 uur, wanneer ik alweer onderweg naar huis zou zijn.

 

Frits zal waarschijnlijk altijd een luchtspiegeling blijven, een mythische figuur uit mijn eigen verbeelding. Het had zo mooi kunnen zijn.